— 33 —

In aanmerking депотеп art. 103 van de wet van 29 Junij 1851 (Staat.8-

bla.d по. 85);

Hebben goedgevonden еп verstaan te bepalen, als volgt:

1) De ambtenaren, аап welke de bewaring is toevertrouwd van de

archieven des Rijks, waar ооК binnen dit Rijk geplaatst, zijn gemagtigd,

onder inachtneming рет bierna te melden bepalingen, de toelating tot het

gebruik der onder hun beheer staande verzamelingen van archieven te

verleenen аап alle bij hen bekende еп vertrouwde personen, die in het alge-

тееп belang nasporingen wenschen te doen.

2) Indien zich bij hen iemand ten voornoemden einde aanmeldt, аап

wien zij vermeenen de toelating niet met genoegzame zekerheid te Киппеп

vergunnen, verwijzen hem met zijn verzoek naar de autoriteit van welke

zij hunne instructie hebben ontvangen, еп doen tevens onverwijld аап

die autoriteit verslag, met opgave der redenen hunner weigering.

З) De toegelaten personen zXjn gehouden in het locaal der archieven geb-

ruik te таКеп van de verlangde stukken, welke alvorens zullen worden

gestempeld.

Waar de omstandigheden zulks veroorloven worden ре bezoekers niet

in de verzameling zelve toegelaten, maar brengen de ambtenaren bij de

archieven de verlangde stukken ten gebruike in ееп afzonderlijk daartoe

bestemd vertrek.

Die ambtenaren zijn ооК gehouden de bezoekers in hunne naspo-

ringen behulpzaam te wezen, hun de registers еп inventarissen voor [е

leggen, enz.

Zij dragen zorg, dat de gebruikte stukken telken reize in goeden staat

worden teruggegeven еп dadelijk weder gelegd ор de daarvoor bestemde

plaats.

4) Zonder magtiging wordt дееп stuk buiten het locaal gebragt.

lndien iemand zoodanige magtiging verlangt, verwijzen de ambtenaren

hem ten dien einde паат die autorieit van welke zij hunne instruetie heb-

ben ontvangen.

Zij doen tevens аап die autoriteit rapport еп dienen van berigt еп raad.

5) Geen stuk wordt ten gebruike buiten het locaal afgegeven dan па be-

hoorlijk gestempeld te zijn met den stempel van het Rijk.

6) Ieder stuk, hetwelk buiten het locaal ten gebruike gegeven wordt,

wordt te voren ingeschreven, met den datum der afgifte, ор het hieronder

bij art. 8 vermeld register, hetwelk door dengenen die het stuk ten gebruike

ontvangt wordt geteekend.

Nadat het stuk is teruggegeven, nagezien еп in goeden staat bevonden,

wordt daarvan melding gemaakt ор het voormeld register, hetwelk wordt

geteekend door den ambtenaar die het stuk heett terug ontvangen еп

nagezien.

7) Het is аап hen, die tot de archieven worden toegelaten от in het

algemeen belang geschiedkundige nasporingen te doen, ооК veroorloofd in

dat belang onuitgegeven stukken uit die verzamelingen door den druk be-